Orchideeën kweken in uw eigen tuin is niet erg moeilijk. Hieronder geven we een paar verzorgingstips. Daarmee is succes verzekerd!
Niet bemesten
Tuinorchideeën hebben een erge hekel aan mest. Zowel kunstmest als natuurlijke mest is uit den boze.
Schaduwplanten
Wat de juiste verhouding is tussen zon en beschikbaar vocht, hangt af van het soort orchidee. De Dactylorhiza en de Epipactus kunnen over het algemeen tegen de volle zon. Voorwaarde is wel dat de planten steeds vocht tot hun beschikking hebben. Goede standplaatsen zijn bijvoorbeeld langs een slootkant of vijverrand. Voorkom wel dat de wortels constant onder water staan; dat vinden ze niet prettig. Het zijn tenslotte oeverplanten. Heeft u geen vijver of slootje in of langs de tuin, dan kunt u de Dactylorhiza en de Epipactus beter in de halfschaduw plaatsen.
Vochtige grond
Voor de Dactylorhiza- en Epipactus-soorten maakt het weinig verschil in welke grondsoort ze geplant worden, als de grond maar voldoende vochtig blijft en niet te vast is. Toevoeging van tuinturf of niet-bemeste potgrond kan geen kwaad. Kleigrond is uitstekend geschikt voor de Rietorchis. Cypripediums verlangen een luchtige, goeddoorlatende grond.
Lage begroeiing
Sommige orchideeën houden van een wat lage begroeiing rondom het groeipunt. Vooral jonge exemplaren van de Dactylorhiza die nog niet bloeien, geven hier de voorkeur aan. Een lage begroeiing maakt het bovendien mogelijk dat nieuwe zaailingen zich ontwikkelen. De Cypripediums houden niet van te veel planten (en dus wortels) rond de groeipunten. Ze ondervinden dan te veel concurrentie van de andere planten.